De zondag 4 mei begonnen we met een wandeling door de natuur nabij het vakantiepark. Het weer was perfect, zij het ietwat koel, en daardoor hebben we meerdere buizerds waargenomen.
Daarna zijn we naar het Witte Stadje Thorn gereden en hebben daar de lunch genuttigd. Onder de Fransen kreeg Thorn zwaar te lijden. Toen kreeg Thorn ook zijn kenmerkende witte kleur. Nadat de adellijke dames gevlucht waren, voerden de Fransen een belasting in op basis van de omvang van de ramen. De arme bevolking, vaak wonend in grote panden, die voorheen hadden toebehoord aan rijke lieden, kon deze niet opbrengen. Om de hoogte van de belastingaanslag te beperken, metselde men de ramen dicht. Met het doel deze bouwsporen (“littekens van de armoede”) te verbergen, werden de huizen wit gekalkt.
Vervolgens zijn we de Maas overgestoken voor een bezoek aan het vestingstadje Stevensweert. Stevensweert hoorde bij het Overkwartier of Spaans Opper-Gelre. Het oorspronkelijke dorp werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog door de Spanjaarden tot vestingstad omgebouwd. Om het plaatsje werd een aarden vestingwal met zeven bastions en vijf ravelijnen aangelegd. Stevensweert heeft tot op heden zijn zevenhoekige omtrek en geometrische stratenpatroon behouden. De originele vestingwal bestaat niet meer. Vanaf 1713 kwam Stevensweert samen met enkele ander gemeenten als Staats-Opper-Gelre aan de Verenigde Provinciën. In 2007 werd begonnen met de reconstructie van een klein deel van de vestingwerken aan de hand van historisch kaartmateriaal van een bastion, ravelijn en bijbehorende gracht noordzijde van Stevensweert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten