zondag 23 november 2014

Op zoek naar Rhijnhuysen en Oudegein, daarna door Lopikerkapel

Je zal dit weekeinde maar vrij zijn en in de gelegenheid zijn om tijd buitenshuis door te brengen, wat een weelde!
Ik had de smaak van kastelen zoeken te pakken en heb op Google Maps en door middel van enkele sites kastelen/buitenhuizen in de nabijheid opgezocht. Ik besloot door het oude deel van Nieuwegein te fietsen (Jutphaas) en om nabij Fort Jutphaas en in het park Oudegein twee kastelen te bekijken. Het fort heb ik gevonden, maar de twee kastelen niet. Helaas waren er allerlei werkzaamheden gaande en heb ik geen goede bewegwijzering kunnen vinden.

Daarna ben ik door IJsselstein naar Lopikerkapel gegaan.
Het in de Lopikerwaard gelegen dorp, bestaat hoofdzakelijk uit lintbebouwing langs de Enge IJssel. Het dorp ligt een paar honderd meter ten noordwesten van de Lek, ruim twee kilometer van het dorp Uitweg en een kleine twee kilometer van de bebouwde kom van IJsselstein.
Vroeger heette het dorp Zevenhoven of Sevenhoven. De naam is nog terug te vinden in de Sevenhovenstraat en de naam van de polder Zevenhoven.


De naamgever van het dorp:

In Lopikerkapel is ook een buitenhuis te vinden met een lange geschiedenis; Huis te Vliet.
Wat verborgen en een stuk terug liggend van de weg vinden we in het gehucht Lopikerkapel het Huis te Vliet. Het huidige aanzien van het in oorsprong uit de 14de-eeuw stammende kasteel dateert uit 1936 toen het huis met een verdieping werd verlaagd. In 1856 was Huis te Vliet al tot een buitenplaatsje omgevormd met zesruits vensters en een entree in een rondboognis. Deze toegang is met een trap langs een hoge onderbouw bereikbaar en herinnert aan de oude kasteelsituatie toen rond het onderhuis nog een omgrachting aanwezig was. De voormalige oranjerie (nr.168-169) is onherkenbaar verbouwd. Aan de weg staat een hekpijler in slechte staat. In de as van het huis loopt een lange zichtlaan richting de Lek.
Huis te Vliet wordt voor het eerst in 1375 genoemd en moet toen uit een vierkante woontoren hebben bestaan. Het was een Stichts leen, dat in 1538 als ridderhofstad officieel was erkend. Begin 18de eeuw was het nog een trots kasteel met twee hoge bouwdelen, ieder voorzien van een eigen zadeldak. Op het voorplein stonden een koetshuis en oranjerie. In 1826 werd het achterste bouwdeel afgebroken. In 1836 werd het overgebleven deel ingekort en voorzien van een nieuwe gevel en dak.

Het kasteel in de 17e eeuw:

Hier meer actueel, in slechte staat:

Maar het stemde mij gelukkig om te zien dat het Huis momenteel wordt gerestaureerd!

Dus mogelijk keert er weer iets van de oude glorie terug.
Daarna kon ik verder door de polders crossen, in de richting van De Meern.

Daar zag ik dat de winterbloeiende kers ( Prunus x subhirtella) reeds bloesems heeft.

Dit, in combinatie met de hoge temperaturen, deed deze dag denken aan een dag in de maand april.

De route:

Geen opmerkingen: