Na de ochtend te hebben doorgebracht aan het zwembad van het hotel (om onduidelijke redenen ook wel bloedbad genaamd),
werd de lunch genuttigd aan de wandelpromenade aan de oceaan. Een heerlijke Bacalhau!
Halverwege de middag hebben we de trein genomen naar Belém (Portugees voor Bethlehem). Deze voorstad van Lissabon is gesticht toen Emanuel I van Portugal in 1495 de troon besteeg. In de gemeente liggen twee van de belangrijkste monumenten van de stad, de Mosteiro dos Jerónimos en de Torre de Belém, allebei werelderfgoed.
Eerst liepen we langs het presidentiële paleis, de bekende pasteitjeszaak van de stad en het grote Hiëronymietenklooster (Mosteiro dos Jerónimos).
Vervolgens hebben we gekeken bij de Padrão dos Descobrimentos en de Torre de Belém.
Afsluitend zijn we bij het Belém Cultural Center geweest, het grootste culturele centrum van Portugal. Vooral delen van de moderne schilderkunst in het van het Museu Berardo konden ons bekoren.
In de avond ontdekten we bij toeval dat er achter het grote casino van Estoril een
soort omheind marktplein lag waar je na het betalen van €1 entree verschillende marktkraampjes van lokale kunstenaars/handwerkers kon bezoeken. Ook waren er meerdere restaurants met terrassen en was er elke avond live muziek. Het was vooral leuk vanwege het feit dat met name de lokale bevolking op dit evenement afkwam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten